Hoveniers helpen de bij met groene, levende tuinen
Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG) is al vanaf het begin onze partner. Een mooi moment om eens in gesprek te gaan. VHG werkt aan een actueel thema: groen. Hoe dragen hoveniers bij aan het vergroten van een groene leefomgeving? Wat betekent dit voor bestuivers en biodiversiteit? En hoe helpt VHG haar leden hierbij? We spraken met beleidsadviseur Ingrid Sangers en met 2 leden van VHG, hoveniers Dionysios Sofronas en Thijs Magielse.
Een toekomst voor bijen
Sangers is, naast beleidsadviseur bij VHG ook ambassadeur voor de NBS voor het thema ‘groene maatregelen’ van de Theory of Change (ToC). Groen is noodzakelijk voor een prettige leefomgeving voor mens, klimaat, natuur en economie. Dát is waar de branchevereniging ook voor staat. Ook ziet VHG de achteruitgang van bestuivers en wil daar iets tegen doen. Sangers: ‘Wij hebben biodiversiteit hoog in het vaandel staan, net als onze achterban. We willen met onze branche een bijdrage leveren. We zetten daarom sterk in op biodiversiteit. Dit doen we door:
- tuinen te ontstenen;
- meer biodivers in te richten;
- verantwoorde beplanting aan te brengen;
- verantwoorde materialen te gebruiken.
‘Op die manier leveren we een bijdrage, zodat de bijen een toekomst hebben.’
Dionysios Sofronas: ‘Wij moeten verstand hebben van groen en van het ecosysteem.’
Terug naar de basis
Hovenier Sofronas heeft het oudste hoveniersbedrijf van Nederland, Aardoom Hoveniers, in Ridderkerk. Het bedrijf verzorgt het ontwerp, de aanleg en het onderhoud voor particuliere en zakelijke klanten. Dit jaar bestaat het al 230 jaar.
Sofronas is dan ook geboeid door de historie van het vak hovenier: ‘Binnen VHG en als bedrijf maken we ons hard om het vak van hovenier weer terug te brengen tot de basis. En die basis is ‘groen’. Wij moeten als hoveniers verstand hebben van groen en van het ecosysteem.’ Hij vertelt dat hij vroeger leerde over bijen, maar niet over de wilde bijen. Hij pleit er dan ook voor dat hoveniers zich blijven bijscholen.
Thijs Magielse: ‘Geef groen, water en biodiversiteit de ruimte.’
Groenere hoveniers
In de maatschappij leeft groen steeds meer. VHG merkt ook dat er de laatste jaren steeds meer aandacht komt voor groen en biodiversiteit onder hoveniers. Dit komt volgens Magielse ook door de problemen waar we tegenaan lopen, zoals klimaat- en waterproblemen. Daarnaast zorgen de maatregelen en subsidies van de overheid ook voor meer interesse in groen en biodiversiteit.
Magielse houdt zich met zijn hoveniersbedrijf, Thijs Magielse Tuinen, in Beesd onder andere bezig met het ontwerp, de aanleg en het onderhoud van parken en tuinen, vooral voor de particuliere sector. Hij heeft daarnaast een bestuursfunctie binnen VHG.
Hij is het eens met Sofronas om het vak hovenier weer terug te brengen naar de basis: ‘Je mag zeker een moderne tuin aanleggen. Maar geef daarin groen, water en biodiversiteit de ruimte.’
Professionele hoveniers
Magielse: ‘We zien gelukkig ook dat er interesse voor biodiversiteit ontstaat bij hoveniers die hier eerder niet mee bezig waren.’ De ontwikkeling naar groenere hoveniers is positief. ‘Toch kun je leden niet verplichten om een tuin voor bijvoorbeeld 60% te vergroenen’, zegt Magielse. ‘We dragen als VHG wel de boodschap uit dat groen en biodiversiteit belangrijk zijn voor een goede tuin. En dat een professionele hovenier hiermee rekening moet houden in een tuin of in de leefomgeving.’
Jonge groene hoveniers
Groen en biodiversiteit zijn onder jonge ondernemers bekende thema’s. Magielse: ‘Zij hebben dit geleerd tijdens hun opleiding en zijn daar al mee bezig.’ Hij merkt dit ook tijdens bijeenkomsten. ‘Er komen steeds meer vragen van jonge ondernemers. Bijvoorbeeld hoe ga ik om met regenwater in een tuin? Of hoe kan ik zorgen voor meer groen? Al deze zaken dragen bij aan biodiversiteit.’
Thijs Magielse: ‘Vroeger ging het om schuttingen plaatsen en bestraten.’
Veranderende klantvraag
Tegelijk verandert ook de vraag van de klanten in vooral het stedelijk gebied. Magielse: ‘Daar zien we een grote verandering. Vroeger ging het om schuttingen plaatsen en tuinen bestraten. Nu zien we gelukkig ook klanten die bijvoorbeeld een composthoop willen aanleggen of het regenwater in de tuin willen opvangen. Alles voor een veel grotere biodiversiteit in de tuin. En daarmee dus ook voor een beter klimaat, onder andere voor de bij.’
Sangers vult aan dat ook de media hebben bijgedragen aan de veranderende vraag. Sangers: ‘In tuinprogramma’s ging het vroeger over de tuin als verlenging van je woonkamer. En dan ging het alleen maar over bestrating. Dat verandert gelukkig. Nu gaat het in deze programma’s over een groene en biodiverse tuin.’
Thijs Magielse: ‘Ondernemers willen kennis halen en het is aan ons als VHG om die over te dragen.’
Kennisbijeenkomsten
VHG helpt haar leden bij die veranderende klantvraag. VHG organiseert daarvoor verschillende kennisbijeenkomsten voor leden, maar ook voor niet-leden met interesse in een lidmaatschap van VHG. Magielse: ‘Ondernemers willen kennis halen en het is aan ons als VHG om die over te dragen. We proberen om deze bijeenkomsten zoveel mogelijk te koppelen aan leveranciers.’ Zo biedt VHG bijvoorbeeld een kennisbijeenkomst aan over waterberging. Maar organiseert ze ook een werkbezoek aan een kweker van vaste planten. Of vertelt ze haar leden over subsidies voor vergroening.
Ingrid Sangers: ‘Met de inspiratiemap voor De Levende Tuin kan je als groenprofessional met de klant in gesprek kan gaan.’
De Levende tuin: hulpmiddel én marketingtool
Naast kennisbijeenkomsten biedt VHG ook praktische tools om de meerwaarde van groen over te brengen aan klanten. Ze maakte onder andere de handleiding De Levende Tuin, een hulpmiddel voor de groenprofessional.
Sangers: ‘De Levende Tuin is een inspiratiebron voor alle groenprofessionals. In deze map staan inspirerende voorbeelden hoe je groen kunt inzetten om bepaalde problemen op te lossen.
Met deze inspiratiemap kun je als groenprofessional met de klant in gesprek gaan. “Ik zie dit in jouw omgeving en je zou dat zo kunnen oplossen.” ‘De professionals kunnen dit onderbouwen met voorbeelden uit de map. Denk aan groene oplossingen voor: wateroverlast, geluid, biodiversiteit en zelfs criminaliteit
De map bestaat uit een aantal hoofdthema’s:
- economie
- klimaat
- natuur
- mens
In totaal zijn 18 thema’s uitgewerkt met mooie voorbeelden. Alle informatie is onderbouwd met korte teksten en wetenschappelijke informatie.
Sangers geeft aan dat de inspiratiemap ook goed te gebruiken is voor:
- particulieren
- overheden
- zorginstellingen
- het onderwijs
Marketingtool
Sofronas vindt de map ook een marketingtool, omdat je voor bovenstaande groepen goed kunt terugvinden wat groen voor hen kan betekenen. En waar hun wensen liggen: ’Zo koppel je de vakkenis aan de markt.’
Magielse is het hiermee eens. Hij gebruikt zijn map op een school waar hij werkt aan een groen schoolplein: ‘De school is nog zoekende, wat gaan we vergroenen? Leg dan de map eens op een koffietafel voor docenten. Soms kun je hele kleine dingen doen, het hoeft allemaal niet heel ingewikkeld te zijn.’
Alle leden hebben deze inspiratiemap. Magielse vindt dan ook dat iedereen deze als marketingtool kan gebruiken. Magielse: ‘Neem hem mee naar de klant. Laat zien dat je kennis meeneemt! Dat werkt echt wel goed.’
Dionysios Sofronas: ‘Ik luister eerst goed en kijk dan op welke onderdelen ik kan aanhaken.’
Onderhoudsvriendelijke tuin in top 10
De klantvraag verandert, maar er zijn nog steeds klanten die graag een onderhoudsvriendelijke tuin willen. En dat misschien belangrijker vinden dan groen in hun tuin. ‘Een onderhoudsvriendelijke tuin staat in de top 10 van wensen voor een tuin’, zegt Sofronas. Hij vertelt hoe hij hiermee omgaat.
‘Ik luister eerst goed en kijk dan op welke onderdelen ik kan aanhaken. Ik vraag door: waarom wil je een onderhoudsvriendelijke tuin, wat versta je hieronder en wat is voor jou acceptabel onderhoud? Hoeveel uren wil je in de maand aan de tuin besteden? Daarover ga ik met de klant in gesprek.’
Maar hij vertelt de klant ook over de nadelen van een volledig bestrate tuin. Sofronas: ‘Zo heb je nog steeds werk van het onkruid tussen de voegen en kan het in de zomer voelen alsof je in een magnetron zit.’
Door te luisteren en door te vragen komt Sofronas samen met de klant tot een plan voor het inrichten van de tuin. Ook geeft hij de klant een checklist mee met informatie over hoe en wanneer hij de tuin moet onderhouden.
Thijs Magielse: ‘Als je 80% van je tuin beplant, heb je nog steeds minder onderhoud dan aan een gazon of straatwerk.’
Een onderhoudsvriendelijke én biodiverse tuin
Sofronas vindt dat een biodiverse tuin niet veel werk hoeft te zijn: ‘Je hebt weinig onderhoud als je op de juiste momenten de juiste dingen doet.’ Hij geeft klanten daarom een aantal tips mee: ‘Het is bijvoorbeeld belangrijk dat de bodem bedekt is met kruidachtige, bloeiende vaste planten en bij voorkeur ook wat inheemse planten. En daarnaast zijn een goede boom en struiken nodig die niet hoger worden dan je zelf wilt.’
Magielse is het met Sofronas eens als het gaat om beplanting en weinig onderhoud. ‘Als je 80% van je tuin beplant, heb je nog steeds minder onderhoud dan aan een gazon of straatwerk. Uiteindelijk draagt je tuin bij aan de biodiversiteit. Gebruik je veel kruidachtige planten - en dat zijn misschien niet altijd waardplanten - dan krijg je al veel meer insecten en dus ook bijen’, red. waardplanten zijn planten die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een insect of vlinder. Ze zorgen ook voor groei van de populatie.
Dionysios Sofronas: ‘Je moet echt storytelling doen, de natuur binnenpraten.’
Bestuivers-vriendelijke tuin
Een biodiverse tuin is ook goed voor bestuivers, maar je kunt je tuin ook echt bestuivers-vriendelijk inrichten. Als klanten interesse hebben in vlinders en bijen in hun tuin vraagt Sofronas hierop door. ‘Ik probeer steeds meer te kijken naar wat de wilde bijensoorten nodig hebben.’
Hij maakt zijn klanten daarom bewust van bestuivers-vriendelijke planten. ‘Veel van die planten hebben we lang gezien als ‘onkruid’ en daarom verwijderd’, zegt hij. ‘Maar als je wilt dat wilde bijen terugkomen in de tuin, dan moeten we die planten weer terugbrengen.’ Verschillende bijen en andere insecten zijn voor bijvoorbeeld voedsel afhankelijk van dit soort planten.
De hovenier maakt daarnaast ook nestelplekken voor wilde bijen in de tuin. Zodat de tuin ‘een bed & breakfast’ wordt.
Sofronas heeft gemerkt dat als je zaken goed uitlegt, klanten hierin mee willen gaan. Zolang ze maar een tuin krijgen die binnen hun wensen past. Sofronas: Je moet echt storytelling doen, de natuur binnenpraten. En dan snappen klanten ook waarom ze een aantal planten in de tuin hebben die er misschien wat minder mooi uitzien. Dit kunnen ze weer doorgeven aan anderen.’
Angst voor bijen
Sommige mensen zijn bang voor bijen en hun steken en zijn minder enthousiast over een bij-vriendelijke tuin. Sofronas gaat hierover het gesprek aan. Hij legt dan uit dat een bij alleen steekt als hij zich bedreigd voelt. Maar hij vertelt ook dat de bij toch wel in je tuin komt. Sofronas: ‘En als je hem uitnodigt met wat lekkers in je tuin, is hij vast vriendelijker.’
Magielse heeft dezelfde ervaring. Hij noemt het voorbeeld van een struikklimop die vaak naast terrassen staat. Eind augustus zitten hier veel bijen in. Klanten willen deze dan weghalen. Magielse: ‘Dan ga ik wel met de klant in gesprek.’
Ingrid Sangers: ‘Groen is vaak een sluitstuk, maar dat mag echt niet meer in 2023!’
Lobbyen voor groen
VHG brengt de meerwaarde van groen niet alleen onder de aandacht bij hoveniers en hun klanten. Dit doet ze ook richting de politiek, provincies, waterschappen, gemeenten en woningcorporaties. Sangers: ‘We beïnvloeden op alle vlakken om vooral aandacht aan groen te besteden, om groen vooraan in de keten te krijgen. Dat is vaak een sluitstuk, maar dat mag echt niet meer in 2023!’
Zo is VHG in verschillende groepen vertegenwoordigd. Sangers: ‘Gisteren zat ik nog bij de agenda natuurinclusief voor de gezondheid. Ook daarin kun je groen goed opnemen samen met biodiversiteit. Betrek bijvoorbeeld bewoners meer bij de inrichting van hun eigen groene woon-of leefomgeving.’ Maar er is nog wel werk aan de winkel. De boodschap van VHG komt niet altijd aan bij de opdrachtgevers, waardoor deze verkeerde keuzes maken. Sangers is vastbesloten: ‘Dat moeten we de komende jaren echt anders gaan doen.’
Vergroening in de bouwsector
In de bouwsector is lobbyen voor groen ook belangrijk, bijvoorbeeld bij gemeenten en projectontwikkelaars. ‘Natuurinclusief bouwen wordt steeds meer de norm’, zegt Sofronas. ‘Maar we zouden als groenontwerpers veel eerder in het bouwproces moeten aanschuiven.’ Hij is ervan overtuigd dat er dan andere woningen gebouwd worden. Woningen waarbij in het ontwerp groen en biodiversiteit al is meegenomen.
Thijs Magielse: ‘We merken nu dat de zakelijke, particuliere en overheidsmarkt het belang zien en bereid zijn om hier ook geld aan uit te geven.’
Tijd voor biodiversiteit
De lobby van VHG gaat door. Maar ze merkt dat de markt nu meer klaar is voor groen en biodiversiteit. Magielse: ‘We keken altijd ver vooruit naar ontwikkelingen rondom groen en biodiversiteit. En we merken nu dat de zakelijke, particuliere en overheidsmarkt het belang zien en bereid zijn om hier ook geld aan uit te geven.
Ik zie overal groene initiatieven ontstaan. Als VHG willen we deze initiatieven bij elkaar brengen. We willen daarin een leidende positie houden. Dat is een uitdaging, maar we zijn goed op weg. Op deze manier kunnen we grote stappen zetten de komende jaren.’
Ook merkt VHG dat er meer interesse is voor de middelen die ze heeft gemaakt. Sofronas geeft als voorbeeld aan dat er eerst weinig interesse was voor De Levende Tuin. ‘Maar VHG had een vooruitziende blik. Ze omarmde groen en inmiddels is de markt daar ook klaar voor. VHG loopt vooruit op de ontwikkelingen en bereidt hun leden daarop voor.’
5 jaar NBS
Als partner en ambassadeur van de NBS blijft VHG haar leden informeren over De Levende Tuin en de 2 andere handleidingen die ze maakte; Het Levende Gebouw en De Levende Openbare Ruimte. Ook gaat ze door met haar lobby richting overheden. Sangers doet aan het einde van het interview een oproep aan iedereen: ’Zorg dat je je omgeving biodivers inricht. Zo draag je ook bij aan de bij. Als we dat allemaal doen, dan gaat de bij weer een kans krijgen.’