Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel: samen op weg naar een rijker Nederland
Stichting Deltaplan Biodiversiteitsherstel wil biodiversiteitsverlies ombuigen naar herstel. Dit is ook belangrijk voor het doel van de Nationale Bijenstrategie: meer bijen en andere bestuivers nu en in de toekomst. Daarnaast delen we ook een aantal partners. Goede redenen om eens te kijken naar vormen van samenwerking. Deze maand gaan we daarover in gesprek met het bestuur van het Deltaplan. We spraken met Louise Vet, voorzitter van deze stichting.
Om elkaar beter te leren kennen interviewden beide partijen elkaar. In een volgende nieuwsbrief van het Deltaplan vind je daarom een interview met Nicky Kruizinga en Esther Rotteveel van de Nationale Bijenstrategie. Maak nu alvast kennis met het Deltaplan. Wat doen ze allemaal voor biodiversiteitsherstel? En waar raken ze de Nationale Bijenstrategie?
Ontstaan Stichting Deltaplan Biodiversiteit
In 2018 kwamen 19 partijen bij elkaar in ‘Samen voor biodiversiteit’ om met elkaar te werken aan het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. In 2019 werd het de Stichting Deltaplan Biodiversiteit (later te noemen: het Deltaplan). In deze stichting werken bedrijven, boerenorganisaties, banken, natuurorganisaties, wetenschappers, overheden en burgers nauw samen om biodiversiteitsverlies om te buigen naar herstel. Het einddoel: in 2030 meer biodiversiteit op al het Nederlandse grondgebied vergeleken met 2019.
Louise Vet: ‘De bij is een prachtige ambassadeur voor biodiversiteitsherstel’.
Focusgebieden voor herstel biodiversiteit
Het Deltaplan richt zich op 90% van het landoppervlak van Nederland. Louise: ‘Het gaat dan om landbouw, openbare ruimte en de natuurgebieden. Overal kan het beter met de biodiversiteit, als we de drukfactoren weg kunnen halen en geschikte leefomgevingen maken voor wilde planten en dieren. Ook hebben we de stad steeds meer in beeld, waarbij het gaat om natuurinclusiviteit van de stad.’
Louise geeft aan dat het Deltaplan ook de Nationale Bijenstrategie raakt. Louise: ‘Ik zie de bij als een prachtige ambassadeur voor biodiversiteitsherstel. Er zijn 360 soorten waarvan meer dan de helft op de rode lijst staat. Als het goed gaat met de bijen zegt dat meteen iets over de variatie aan planten, de gezondheid van de bodem en voedsel voor vogels en vleermuizen. Het gevolg is dan dat er meer biodiversiteit is. Alleen al die knuffelhommels doen wonderen met de harten van mensen! Dat is meteen reclame.
Succesfactoren en workshops
Bij de start van het Deltaplan hebben we gesproken met allerlei maatschappelijke partijen die betrokken zijn bij of invloed hebben op grondgebruik. Wat is nodig voor biodiversiteitsherstel? We hebben samen 5 succesfactoren (ook wel thema’s) bepaald waaraan moet worden gewerkt.’
Deze succesfactoren maken het voor grondgebruikers aantrekkelijk om een bijdrage te leveren aan het herstel van biodiversiteit. De 5 succesfactoren zijn:
- Draagvlak en gedeelde waarden
- Zorgen voor nieuwe verdienmodellen
- Stimulerende wetgeving die rekening houdt met zoveel mogelijk factoren
- Nieuwe kennis en innovatie, onderwijs
- Gebiedsgerichte samenwerking
Voor elke succesfactor is een werkgroep gestart, waarin partners van het Deltaplan zich buigen over beleid en uitvoering van de succesfactoren. Louise: ‘Monitoring van de biodiversiteit is heel belangrijk, daarom is er een 6e werkgroep Monitoring waarin veel partners met veldkennis bij elkaar komen.
Een 7e werkgroep is Infra Natuur. Hierin werken we met grote partijen uit de eerdere Green Deal Infranatuur zoals: Prorail, Heijmans, Rijkswaterstaat, TenneT en Alliander.
Een 8e werkgroep is de stad. Hierin gaat het over natuur in de stad, natuurinclusiviteit en natuurinclusief bouwen. Hierin zitten bijvoorbeeld bouwers, Stichting Steenbreek, NL Greenlabel en de Koninklijke Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners (VHG).’ De laatste 2 zijn ook partners van de Nationale Bijenstrategie.
Delta Labs voor biodiversiteitsherstel
Louise: ‘We doen ook onderzoek naar de effecten van grondgebruik op de biodiversiteit en de sociaal-economische factoren die gaan meespelen als we het anders gaan doen. Dat zijn onze Living Labs, ook wel Deltalabs geheten. Dit gaat om een brede samenwerking tussen ecologen en veel andere partijen in ‘doen-leren-beter doen’ labs. Dus niet eerst jarenlang onderzoek doen en dan pas kijken hoe je het kunt toepassen, maar meteen samen actie ondernemen.’
In januari van dit jaar startte dit grote onderzoeksprogramma. Louise:’ Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedsel Kwaliteit (LNV) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) zorgden voor financiering. Dit programma loopt 4 jaar op 3 plekken in Nederland.’
Deze Delta labs zijn een fysieke, levensechte omgeving waarin kennisinstellingen, bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties en burgerinitiatieven samenwerken voor biodiversiteitsherstel.
Louise: ‘We kijken daarbij naar de kritische prestatie indicatoren die nodig zijn om een verandering van grondgebruik mogelijk te maken. Wat moet een grondgebruiker minimaal doen om de biodiversiteit beter te krijgen vanuit een gebiedsgerichte aanpak?’
Louise Vet: ‘Het Europese LIFE IP programma All4biodiversity is het grootste LIFE IP programma dat Nederland ooit heeft gekregen’.
Europese LIFE IP programma All4biodiversity
Om meer biodiversiteitsherstel te realiseren, heeft Stichting Deltaplan met een aantal partners ook een subsidievoorstel ingediend bij het Europese programma LIFE IP. Dat pakte goed uit. Louise: ‘Dit is de grootste LIFE IP subsidie die Nederland ooit heeft gekregen. Het gaat om een bijdrage van € 16 miljoen voor 6 jaar. We werken samen met allerlei partners waaronder 5 provincies en 2 ministeries. De basis voor dit programma zijn de 5 succesfactoren van het Deltaplan. Dat vind ik fantastisch.
We willen onderzoeken hoe we rondom alle Natura2000-gebieden het grondgebruik kunnen veranderen. Dan is er een soort buffer rond die gebieden. Het gaat hierbij om verandering in de landbouw, verbindingen maken, verder werken aan een Natuurnetwerk Nederland en een ander type bedrijfsvoering op grond in die omgevingen.’
Waterschappen
Louise vindt het belangrijk om de waterschappen te noemen, want ook zij kunnen een grote rol spelen om de biodiversiteit in Nederland sterker te maken. Zij kunnen niet alleen via hun kerntaken (bijvoorbeeld de Kaderrichtlijn Water opgave) bijdragen, maar ze hebben ook invloed via het beheer van hun terreinen en keringen en via peilbeheer. Ze kunnen het verschil maken door (kansen voor) biodiversiteit vanzelfsprekend mee te nemen in de werkprocessen en door samen te werken met anderen.
Op 13 november 2020 ondertekende de Unie van Waterschappen (de koepel van 21 waterschappen) het Deltaplan Biodiversiteitsherstel. De Unie van Waterschappen is ook partner van de Nationale Bijenstrategie.
Louise: ’Bodem en water zijn met elkaar verbonden als het gaat om biodiversiteit. Schoon water zorgt voor goede biodiversiteit en andersom. Maar dat schone water hebben we niet. Zoals het nu gaat kunnen we niet voldoen aan de Kaderrichtlijn Water.’ Het doel van de Kaderrichtlijn Water is dat uiterlijk in 2027 al het water in Europa schoon en gezond is, dus chemisch en ecologisch in orde.
Louise: ‘We moeten daarom een kwaliteitsslag gaan maken. De waterschappen beseffen dit ook. De Unie van Waterschappen heeft biodiversiteit heel duidelijk in haar strategie opgenomen. Een groot deel van de waterschappen is nu ook al partner van het Deltaplan.’
Louise noemt een aantal voorbeelden waar waterschappen aan werken. Louise: ‘Ze werken bijvoorbeeld aan bloemrijke dijken. Door de beworteling van bloem- en kruidenrijke vegetatie zijn de dijken sterker en hoeven minder te worden gemaaid. Ook drogen ze minder uit bij droogte. Of betere waterkwaliteit en biodiversiteit in de veenweidegebieden. Door daar het waterpeil te verhogen sla je door veengroei niet alleen CO2 op. Je hoeft misschien ook minder te pompen, waardoor het een kostenbesparing kan zijn.
Ik vind dit soort koppelkansen heel interessant, omdat we nu wel weten dat klimaatmitigatie en -adaptatie heel belangrijk zijn. Vooral voor die klimaatadaptatie hebben we de bodem, de grond en de biodiversiteit in die grond hard nodig. Een levende bodem zorgt voor een goede bodemstructuur en een groot watervasthoudend vermogen’. Louise geeft ook het belang aan voor de bijen. Louise: ‘Als je daar kruidenrijkheid hebt, krijg je dus ook meer bijen.
Biodiversiteit begint altijd bij de bodem. We stellen de bodem centraal. Deze moet leven, open en al haar functies kunnen laten zien. Ze moet daarvoor gevoed worden met organische stoffen. Hoe dit het beste kan vraagt om gedegen ecologische kennis.’
Campagne maak grijs groener
Het Deltaplan wil dat zoveel mogelijk mensen actief samenwerken aan biodiversiteitsherstel. Maar hoe staat het met de kennis van biodiversiteit onder Nederlanders? Marktonderzoeksbureau Motivaction en Staatsbosbeheer kregen de opdracht om daar onderzoek naar te doen. Veel mensen wisten niet wat biodiversiteit betekende. Na uitleg hierover vonden ze het wel heel belangrijk en wilden ze meewerken. Ze wisten alleen niet hoe. Dit onderzoek was aanleiding voor de publiekscampagne ‘Maak grijs groener’. De Nationale Postcodeloterij maakte dit mogelijk.
De inzet van een campagne hoort bij succesfactor 1: Draagvlak en gedeelde waarden. Louise vertelt dat de campagne over het algemeen goed wordt ontvangen.
Louise geeft aan dat de partners van het Deltaplan deze campagne ook kunnen gebruiken. Louise: ‘De partners moeten nu aan de slag. Er is een hele mediaset van Maak Grijs Groener om reclame te maken voor hun eigen activiteiten. Ook het LNV en de Nationale Bijenstrategie kunnen hiervan gebruik maken. Als je dit toespitst op bijen. Er zijn veel filmpjes die je kunt gebruiken. Over een tijd gaan we weer meten wat het effect van de campagne is.’
Partners van de Nationale Bijenstrategie kunnen ook veel bijdragen aan de bekendheid van het begrip biodiversiteit. Louise: ‘Zoals ik al eerder zei: bijen zijn fantastische ambassadeurs van kruidenrijkheid. Iedere plantensoort heeft een verbinding met bovengrondse organismen zoals bijen. Gebruik die verschillende soorten bijen om het bredere concept biodiversiteit echt neer te zetten. Als je veel verschillende soorten bijen hebt, heb je ook een hele grote biodiversiteit van andere organismen, want dan heb je een goede leefomgeving.’
Hoe kunnen partners van de Nationale Bijenstrategie bijdragen aan het Deltaplan?
Louise doet graag een oproep aan de rest van Nederland om partner te worden van het Deltaplan. Je geeft daarmee aan dat je je inzet voor biodiversiteitsherstel in Nederland. Louise: ‘Als je werkt aan de bijenstrategie kun je bij het Deltaplan met grote partijen samenwerken. Zij hebben niet altijd die specifieke kennis.’
Steeds meer partners sluiten zich aan bij het Deltaplan. De dag na ons interview heeft Louise een afspraak met een nieuwe partner PwC. Zij willen hun eigen terrein het toonbeeld maken van een biodivers bedrijventerrein. Zo willen ze hun klanten tijdens rondleidingen inspireren om zelf ook aan de slag te gaan.
Louise noemt ook nog het innovatiefonds waarvoor je een aanvraag kunt indienen. Louise: ‘Wij hebben ook projecten over bijen gefinancierd met het ‘Samen voor Biodiversiteit’ innovatiefonds’. Dit fonds stimuleert samenwerkingen tussen burgers en andere grondgebruikers zoals boeren, terreinbeherende organisaties en (lokale) overheden om de biodiversiteit te versterken.
Daarnaast vertelt Louise dat ze werken aan een overzichtskaart van projecten voor biodiversiteitsherstel in Nederland. Ze roept op om biodiversiteitsherstelprojecten bij het Deltaplan te melden.
Samenwerking Nationale Bijenstrategie
Louise geeft aan dat de Nationale Bijenstrategie en Deltaplan met elkaar verbonden zijn en kunnen aanvullen. In de komende periode gaan de Nationale Bijenstrategie en het Deltaplan ook onderzoeken op welke onderdelen ze sterker kunnen samenwerken. Bijvoorbeeld door meer verbinding te maken tussen de kaart met initiatieven van de Nationale bijenstrategie en de initiatieven van het Deltaplan.
Veel meer informatie over het Deltaplan vind je op de website Samen voor Biodiversiteit. Hier vind je ook alle informatie over het partnerschap van het Deltaplan.
Ben je nog geen lid van de Nationale Bijenstrategie en wil je hierover meer weten? Neem dan contact met ons op.