Nationale Bijenstrategie zet Theory of Change in om haar doelen te bereiken
Krachten verenigen om samen de bijen en andere bestuivers in Nederland te helpen. Dat is waar de Nationale Bijenstrategie zich samen met haar ruim 80 partners voor in zet. Om dat te bereiken zijn strategieën en een beeld van de verwachte resultaten nodig. Hoe kan iedere partner hieraan bijdragen? En welke partners zijn nog noodzakelijk? Een Theory of Change maakt dit hele proces overzichtelijk. Hoe ziet dat eruit voor de Nationale Bijenstrategie?
Theory of Change
Marten Schoonman (Naturalis Biodiversity Center) is samen met het organiserende team van de Nationale Bijenstrategie aan de slag gegaan met de Theory of Change (ToC) voor de bijenpopulatie in Nederland.
Schoonman: ‘De ToC wordt wereldwijd toegepast in sectoren waar je verandering wilt creëren. Dat is ook het geval voor de bestuivers in Nederland. Als we in 2030 zowel de bestuivers als bestuiving duurzaam willen bevorderen en behouden, dan moeten er flinke stappen worden gemaakt. Met de inzet van de ToC zijn we in workshops met ondertekenaars van de Nationale Bijenstrategie alle puzzelstukjes hiervoor gaan ontrafelen.
Er zijn in Nederland namelijk heel veel initiatieven die bijvoorbeeld bijdragen aan de bewustwording rond het belang van de bijen. Maar wat is dan de volgende concrete stap als die bewustwording er is? Met de ToC kijk je wat er precies nodig is aan tussenstappen om je lange termijn hoofddoel te bereiken, op welke manier je dat wilt doen en met wie.’
‘Marten Schoonman: 'De Theory of Change maakt overzichtelijk wat nodig is om de Nederlandse bijenpopulatie te helpen: op welke manier en met welke partijen.’
Aanpak
Voor de Nationale Bijenstrategie is eerst in kaart gebracht welke partijen in Nederland een rol spelen bij de overleving van bijen en andere bestuivers. Wat is de waarde en invloed van elk van deze partijen? En wie is al ondertekenaar van de Bijenstrategie? De partijen zijn verdeeld in overheid, maatschappelijk middenveld, kennisorganisaties en het bedrijfsleven.
Schoonman: ‘We zijn vervolgens gaan kijken naar alle problemen waar bestuivers mee te maken hebben, maar ook welke kansen er zijn om hier iets aan te doen. Als het probleem is dat er te weinig voedsel voor bijen is, dan kan dat liggen aan een tekort aan bloemrijke weilanden, aan de stikstofproblematiek of andere drukfactoren. Kortom: er kunnen meerdere oplossingen zijn voor een probleem.’
In de ToC zijn zoveel mogelijk verschillende partijen opgenomen, zoals de landbouwsector, bedrijven, kennisinstellingen, onderwijs en burgers. Schoonman: ‘De onderdelen van de ToC moeten een inzicht geven in wat er nu gebeurt, maar ook wat er nog niet gebeurt, maar waar wel behoefte aan is. Dat is erg belangrijk, want dat geeft een concreet haakje om mee aan de slag te gaan. Je kunt de ToC zien als een soort van menukaart. Een organisatie kan zien waar zij staat en wat ze concreet als bijdrage kan leveren. Zodoende kunnen zoveel mogelijk partijen en mensen meehelpen aan gezonde bijenpopulaties en daarmee een gezonde natuur.’